Mevrouw Janssens helpt

Mantelzorger, mantelzorgmaatje, seniorenmaatje: mevrouw Janssens helpt

Plonie van 17 was een slimme meid, maar na school trok studeren niet. Ze wilde iets met haar handen doen. Door interessante verhalen over werken in het ziekenhuis besloot ze verpleegkundige te worden. Vier maanden nadat ze opleiding afrondde en hard had gewerkt in het ziekenhuis, trouwde ze. En werd ontslagen. Dát leidde tot een leven lang vrijwilligerswerk.

Plonie Janssens was jong in een andere tijd, toen getrouwde vrouwen niet mochten werken. ‘Behalve het huishouden had ik niks te doen. Om half elf was ik klaar, dan ging ik koffiedrinken met mijn ouders.’ Als 24-jarige zat ze eens om half twee ’s middags een boek te lezen. ‘Toen werd ik zó boos! Dat vond ik geen leven.’

Overgang
Zeker na haar werk in een Rotterdams ziekenhuis was het huisvrouwenbestaan een ongelofelijke overgang. ‘Daar werkte je je kapot. De werkdag begon om 7.30 uur en je bleef tot minstens 20.00 uur, of tot het werk klaar was. We hadden wel vrij lange pauzes, hoor.’

Met haar man verhuisde ze in 1977 naar Capelle aan den IJssel. ‘Door de woningnood hadden we ingewoond bij mijn ouders in Rotterdam. Daarna vonden we een huisje in Slikkerveer, maar ik kon niet wennen in een dorp. Mijn schoonzus woonde al in Capelle en had het hier naar haar zin. Wij vonden er een geweldig huis.’

Kerk
Het echtpaar sloot zich aan bij de Capelse Pauluskerk. ‘Vrijwilligerswerk bestond nog niet echt, maar 250 leden van de kerk hielpen met van alles. Bijvoorbeeld de maandelijkse diensten voorbereiden voor gezinnen met jonge kinderen.’ Plonie deed mee. Op die manier leerde ze allerlei mensen kennen. ‘Capelle was toen een hele hechte gemeenschap, met veel te doen: lezingen, culturele avonden…’ Het werk wat ze voor het secretariaat van de kerk deed, doet Plonie nu nog. Al 45 jaar lang.

Daarnaast was Plonie 43 jaar actief bij de Zonnebloem: ‘Ik bezocht een aantal Zonnebloem-gasten, zat achttien jaar in het bestuur, en ben zeventien keer mee geweest met een Zonnebloem-vakantieweek. Als verpleegkundige!’ Als moeder van vier kinderen had ze het druk genoeg, maar voor vrijwilligerswerk maakte ze altijd tijd.

Meldpunt
Zo was ze vrijwilliger bij het Meldpunt, de voorloper van Welzijn Capelle. ‘Twee vrijwilligers per dag bemanden de woonkamer van het Meldpunt. Mensen konden binnenlopen met vragen, of voor hulp met formulieren. Als het nodig was, verwezen ze door naar de professionals van het Meldpunt. Zolang het bestond, bijna 20 jaar, heb ik dat gedaan.’

Toen Plonie net in Capelle woonde, vroeg een non of ze een langdurig zieke mevrouw wilde bezoeken, zodat haar man even naar biljart kon. Het woord mantelzorgmaatje bestond nog niet eens, maar Plonie wás er een. Heel veel later zou ze zelf ondervinden hoe belangrijk steun is met een zieke partner.

Herseninfarct
Plonie: ‘Toen mijn man 87 was, ging hij steeds slechter lopen. Hij viel ook steeds vaker. In 2020 kreeg hij een herseninfarct. ‘Hij zakte zó door zijn benen. De ziekenhuizen lagen vol met coronagevallen, dus hij kon niet worden opgenomen.’ Er kwam een ziekenhuisbed in de woonkamer, en Plonie ging op de bank slapen: ‘Ik was bang dat ik het in de slaapkamer niet zou horen als er iets was.’

Vijf weken later – meneer Janssens zou net gaan revalideren – kreeg hij een tweede herseninfarct. ‘Gelukkig kregen we vanaf het begin thuiszorg, ’s morgens en ’s avonds. Om mijn man uit en naar bed te helpen. Hij was een grote man, ik kon dat niet. Onze dochter kwam ook wel helpen, maar zij woont in Brabant.’ De thuiszorg moest al vrij snel vier keer per dag komen.

Oververmoeid
Plonies man had dag en nacht zorg nodig. ’s Nachts was ze vaak wel drie keer met hem bezig. ‘Als ik ging kijken, drééf hij soms uit zijn bed. Dan stond ik hem én het bed te verschonen.’ Ze vond het zwaar: geen tijd voor zichzelf, en haar overmoeidheid en de slechter wordende geestelijke gezondheid van haar man zorgden vaak voor wrevel tussen hen. ‘Je hele leven staat opeens ontzaglijk op z’n kop.’

In de huis-aan-huiskrant had Plonie wel eens over Welzijn Capelle gelezen. Ook Mantelzorg Capelle hoort daarbij. Ze besloot te bellen. ‘Ik wilde weten wat Mantelzorg Capelle kon bieden. En of er vrijwilligers waren die mantelzorgers ondersteunden.’ Na een intakegesprek schreef ze zich in als mantelzorger. Mantelzorgcoach Danja kwam ongeveer elke maand langs. ‘Dat heeft ze trouw gedaan, tot het bittere einde. Onze gesprekken gingen over praktische steun, maar Danja kan ook verschrikkelijk goed luisteren. Het is zo belangrijk om je verhaal kwijt te kunnen.’

Ondersteuning van vrijwilligers
Via de Zonnebloem kwamen er een paar vrijwilligers kennismaken, die Plonie kon inschakelen als ze eens weg wilde. ‘Ze zijn niet zo vaak geweest: ik vind het toch lastig om hulp te vragen.’

Na bijna een jaar ziek thuis werd meneer Janssens opgenomen in de Vijverhof. Anderhalf jaar, tot zijn overlijden, is hij daar geweest. Na deze verdrietige en intensieve periode had Plonie wat tijd voor zichzelf nodig. Maar daarna ging haar vrijwilligershart weer spreken.

Mantelzorgmaatje
Ze nam contact op met Danja en bood zich aan als mantelzorgmaatje, om een mantelzorger te ondersteunen. ‘Ik was zelf mantelzorger geweest, dus wilde graag iets voor iemand doen die ook in zo’n situatie zat. Toen mijn man zo ziek was, vond ik het een tekort dat je niet à la minute een mantelzorger bij Mantelzorg Capelle kunt krijgen!’

Seniorenmaatje
Plonie werd mantelzorgmaatje voor een echtpaar waarvan de man een longziekte en epilepsie had. ‘Ik hield hem gezelschap, zodat zijn vrouw naar de kerk kon.’ Omdat deze meneer vrij plotseling overleed, hield haar nieuwe vrijwilligerswerk op. Nu gaat ze beginnen als vrijwillig maatje voor senioren bij MOTTO. De training voor het vrijwilligerswerk heeft Plonie al afgerond. ‘Dat is altijd leuk om te doen. Je steekt er veel van op en ontmoet er nieuwe mensen.’

Ze is op meer vlakken actief: ‘Met vrijwilligers van het Meldpunt hebben we een boekenclub opgezet. Daar zit ik nog steeds bij. We komen ongeveer één keer in de zes weken bij elkaar, met ongeveer twaalf mensen.’ Ook speelt ze bridge. Maar vrijwilligerswerk zal ze waarschijnlijk blijven doen tot haar laatste snik. ‘Ik heb altijd geholpen waar dat nodig was. Iets voor een ander doen is zinvol – én het maakt me blij.’

De naam is verzonnen; het verhaal is echt.

Interesse in vrijwilligerswerk als maatje, of iets anders leuks? Neem contact op met capelledoet@welzijncapelle.nu | mantelzorgcapelle@welzijncapelle.nu | 010 – 707 49 00 (werkdagen, 9.00 – 16.00 uur).

Deze website maakt gebruik van (geanonimiseerde) analytische cookies.

Meer info